Dans je taal
Voor kleuters
Omdat onderzoek heeft uitgewezen dat het werkt als aan taalleren een actieve component wordt verbonden (Verhelst, 2003), koppelen we kleuterdans aan taalactiviteiten, waardoor er actieve bewegingsactiviteiten ontstaan. Jonge kinderen leren taal immers door te doen.
Taal leren gebeurt spelenderwijs, zoals bijvoorbeeld door liedjes te zingen, rijmpjes op te zeggen of met klankspelletjes.
Vijf belangrijke redenen om bij taal te bewegen:
Beweging zorgt voor impliciet leren (je leert zonder dat je je ervan bewust bent en zonder dat er een specifieke bedoeling is).
Beweging zorgt voor gedifferentieerde instructie. (de kleuters krijgen tijdens het dansen allerlei instructies van de dansdocent)
Beweging betrekt alle zintuigen in leren.
Beweging verbetert het episodisch geheugen. (dit geheugen slaat persoonlijke gebeurtenissen op die in verleden hebben plaatsgevonden)
Bewegen zorgt ervoor dat opgedane kennis langer beklijft.
We moeten beweging niet overroepen, maar ze is al jaren stiefmoederlijk behandeld. Bewegen is slechts een bouwsteentje in het geheel, een onderliggende motivatie, geen wondermiddel. Er zijn in onze maatschappij zeer veel mensen zonder bewegingsmogelijkheden of die niet houden van bewegen en toch functioneren zij op hun manier heel goed.
Maar bij kinderen moeten we de neiging tot bewegen uitbouwen. We moeten ze ontwikkelingsmogelijkheden meegeven. Als een kleuter, die onhandig is met de bal, veel met de bal kan spelen wordt hij steeds handiger. Wellicht wordt hij nooit een handige basketballer, maar hij zal veel handiger worden dan hij eerst was. Die handigheid, die coördinatie zoals we dat in ons vak noemen, blijf je je hele leven meedragen. Hoe meer automatismen we verwerven hoe beter we met ons lichaam zullen functioneren.
Het is heel belangrijk dat dit op een natuurlijke, spontane en speelse manier gebeurt. Kinderen leren geen taal door ‘taallesjes’ te krijgen. Wel doorheen dagelijkse bezigheden zoals tijdens het eten, verzorgingsmomenten, een wandeling samen,... Dit kan door te verwoorden wat er gebeurt, wat een kind ziet en door te reageren op wat het zelf zegt. Taal leren gebeurt ook spelenderwijs, bijvoorbeeld door liedjes te zingen, rijmpjes op te zeggen of met klankspelletjes.
Danskant vzw ontwikkelde daarom dit programma. “Dans je taal, Taalprikkels met kleuterdansen” een reeks leuke kleuterdansen waarbij we dansant de taalontwikkeling bij kleuters stimuleren!
Inhoud
1 Boven op de bergen, 2 Dansen in de kring, 3 De feestwinkel, 4 Goede morgen, 5 Groene zwanen, witte zwanen, 6 Hoofd, schouders, knie en teen, 7 Jan Klaasen, 8 Kamperen 9 Lucas, 10 De muzikantjes, 11 Poppen, 12 Ri, ra, roets, 13 De rups, 14 De school is uit, 15 Spinnetje zoekt vriendinnetje, 16 Tegenstellingen 17 Trappenkampioen, 18 Twee handjes, 19 Wind, 20 Zagen, zagen